Mattheus Sebens
Mattheus Sebens (1932) woonde tijdens de meidagen van 1940 in Nieuweschans. De woning stond vlakbij de spoorwegovergang. Met zijn vriendjes speelde hij op het Stationsplein. Op het emplacement mochten ze niet komen. Talloze treinen zag hij langs rijden, waaronder wagons beladen met V1 en V2 rakketten. Op het emplacement rangeerden regelmatig veewagons, die werden gekoppeld aan een Duitse locomotief. De treinen werden bewaakt door Duitse militairen, waardoor het niet mogelijk was, om al te dicht in de buurt ervan te komen. In het dorp werd gezegd dat het om ‘Jodentreinen’ ging. Mattheus hoorde de mensen in de veewagons praten. Als de trein vertrok bleven de spoorbomen bij de overgang nog enige tijd gesloten, zodat de Duitse bewakers de mogelijkheid hadden, de uit de trein gegooide briefjes te verzamelen en te verbranden.